vrijdag 17 november 2017

Yese mè dan anders!



Na een rustdag. Zwemmen. Zonnebaden. Een boek lezen. Beetje studeren. Eten. Indommelen. Kortom: een dag van niks doen en de indrukken van de vorige dagen even verwerken is het voor mij (en ook anderen) weer fijn om eropuit te gaan. We zien Lamien om 9u buiten de poort. Op naar een stukje authentiek Afrika, althans dat verwacht ik.


Mbour
Met 't busje zetten we koers naar Mbour. Een vissersdorpje; een paar plaatsen verderop. Daar waar Saly (grotere toeristische plaats verderop) ophoudt houdt ook de geasfalteerde weg op. Zigzaggend, putten en gaten in het wegdek ontwijkend, trotseren we de stoffige weg om uiteindelijk aan de rand van het dorp, bij het strand afgezet te worden. Wat een chaos. Stof en veel vuil overal. We lopen door de botenopslag. Een goedlachse knul vraagt aan Lamien of we hem niet mee kunnen nemen naar Nederland. Ach lieve knul, je past echt niet in m'n koffer. En geloof me, je past hier veel beter in het perfecte plaatje als in dat koude kikkerlandje van ons. We lopen langs het strand richting de drukte. Waar ik ook kijk. Ik zie mensen, mensen en nog eens mensen. Ongelooflijk.


Vissersboten vol met mannen én vis. Jongens en mannen die tussen de boten en de vloedlijn heen en weer lopen met kratten vol met vis op hun hoofd. Vrouwen die de vis overladen in emmers. Kindjes die overal tussendoor vliegen. Vrouwen die vis schoon maken. Vis, ingewanden en vissekoppen. Geuren. Kleuren. Geduw. Hitte. De enige blanke mensen tussen énorm veel donkere mensen. Wat een prikkels. Overweldigende indrukken.



Wat een zwaar leven zegt een stem in m'n brein. Niet té doen, maar hier is 't orde van de dag. Als vrouw je visserman helpen met de vis en hopen dat je het verkoopt zodat er weer geld in het laadje komt. Reizen maakt rijker en doet je beseffen dat wij het meer dan goed hebben. Alleen al die gedachte maakt me rijk.


Voorbij de vissersdrukte en de -markt vergapen we ons aan de vele kleuren op de specerijenmarkt en de Senegaleense Albert Cuyp-markt. Oma scoort nog een tafelkleed. De zoektocht naar het Nationale Senegaleense voetbal t-shirt strandt. Ze zijn niet berekend op die lange mannen van ons. Elk t-shirt wat ze uit alle hoeken van de soeks halen is aan de korte kant voor Maik.


Het is stil op de terugreis in 't busje. Ook ik. Ik laat de indrukken van deze dag even landen. Mijn Yesese-roets komen boven drijven. De mosselbedrijven, oesterputten en zeevishandels met bijbehorende mosselkantoren en veiling's. Zouden zij beseffen hoe 'verwend' ze daar zijn. Hier werken ze om te leven, wat voor sommigen vast zwaar moet zijn. Hier werken ze niet om nóg meer te verdienen. Nee, dit vissersleven "ce n'est pas facile".


Ik ga verhuizen! Voor de tweede keer deze week worden onverwachts m'n billen betast. Bij het omdraaien kijk ik in de ogen van een lachende Afrikaanse. "Tu est magnifique, très belle". Daar waar ik in Nederland soms het gevoel heb dat m'n billen te groot zijn. Worden ze hier enorm gewaardeerd. Helaas kan ik ze niet zo laten 'shaken' als die Afrikaanse billen. Feit is wel dat 't bijdraagt aan m'n levenslange billen acceptatieproces!


Senegal "tu est belle, tu est magnifique!"






Geen opmerkingen:

Een reactie posten